II. DRUIVENTROSSEN

Door 't wit van hitte woestenije-zand
Zond ik mijn boden, Hoop en Liefde, en trouw
Keerden zij weer, luid juichend: -"Nu aanschouw
De reuzedruiven van 't Beloofde Land!"

Zwaar van belofte en rijp van hemeldauw,
Trillen de trossen in mijn trotsche hand,
Vol levenswijn, waar zonnevuur in brandt
En purper schemert door het droomenblauw.

En spelend streel ik, heffend tegen 't licht
Het koele, zoete, volgezwollen ooft,
De donzen druiven aan mijn aangezicht.

En hand in hand, met opgeheven hoofd,
Staan Hoop en Liefde, in blij volbrachten plicht,
Wijzend naar 't Land, mij door Gods wil beloofd.

Geen opmerkingen: